Na onderhandelingen met gouverneur Louis Roppe kocht Ford begin jaren 1960 een aanzienlijk terrein in Genk-Zuid voor een assemblagefabriek. Belangrijke argumenten waren de aanzienlijke infrastructuur die aanwezig was of werd beloofd door de provincie. Daarbij hoorden wegeninfrastructuur (Henry Fordlaan / Taunusweg), aansluiting op de nabije spoorwegnet van de (kolen)haven en het Albertkanaal.
Ford had zéér veel elektrische energie nodig. Bijna haar hele bestaansperiode verbruikte ze meer dan 1% (!) van het gehele verbruik in België. De steenkoolmijn van Waterschei had een eigen elektriciteitscentrale. Er werden door de Kattevenne hoogspanningslijnen aangelegd tussen de mijn en Ford. Later bouwde EBES/IEGA de elektriciteitscentrale van Langerlo als aanvulling/vervanging.
Ondertussen ligt deze centrale al jaren stil en vandaag om 13:30 u. worden de 2 koeltorens en 2 van de 3 schouwen geïmplodeerd.
